Bij levering van kalveren aan de slachterij moet de kalverhouder informatie doorgeven over de gezondheid van de kalveren en over het bedrijf. Deze voedselketeninformatie (VKI) is verplicht in de hele Europese Unie.
In de EU hygiëneregelgeving (Verordening 853/2004) staat wat de kalverhouder moet doorgegeven en wat de slachterij met deze informatie moet doen. De kalverhouders geven de slachterij inzicht in de toegediende diergeneesmiddelen en de wachttermijnen, de uitval of diergezondheid op het bedrijf en de slachtgegevens van het vorige koppel.
Deze informatie is belangrijk voor de controle op voedselveiligheid. De slachterij gebruikt VKI ter voorbereiding van het slachtproces. De NVWA gebruikt het om gerichter kalveren te keuren. Bij het ontbreken of onvolledig zijn van de VKI worden kalveren niet geslacht. De VKI moet 24 uur van te voren naar de slachterij worden gestuurd.
De slachterij koppelt (keurings)bevindingen (afwijkingen) van geleverde dieren terug aan de kalverhouder. De kalverhouder kan deze benutten om de bedrijfsvoering te optimaliseren.
Als een kalverhouder de kalveren wil laten slachten onder een aangepast keuringsregime van zichtkeuring, dient indien van toepassing ook informatie van het startbedrijf meegenomen te worden in het VKI.
Voor kalveren die geëxporteerd worden moet een ingevuld VKI formulier meegeleverd worden aan de buitenlandse slachterij. De VKI verplichting komt immers voort uit Europese regelgeving en geldt in heel Europa. Het mag ook een VKI formulier zijn van het land van bestemming. De VKI formulieren staan op de website van SKV.
Terug naar home/menu